Van Siberië naar Nova Zembla
Na een vroeg en zeer uitgebreid ontbijt, gaan we op weg. Het is hier zo mooi!!
We gaan op zoek naar camp Tamok. Daar moeten we van alles kunnen ondernemen. Rendier rijden, sledehondtochten en contact maken met de oorspronkelijke bewoners van deze omgeving: de Sami.De weg hierna toe is adembenemend mooi. Overal sneeuw, de bomen zijn helemaal wit, er zit zelfs een dikke laag sneeuw over de elektriciteitsdraden die de weg overspannen. De vergezichten van scherpe punten van de hagelwitte bergen in de verte, met hier een daar een wolk die een punt van een berg omhult. Het liefst zou ik iedere minuut willen stoppen om foto’s te maken maar ik ben natuurlijk niet alleen . De hele wereld is spierwit. Sneeuw overal waar je kijkt. De bomen hebben bizarre witte vormen en de paar huizen die we zien zijn overdekt met sneeuw en de weg is ook nog steeds bedekt met een witte laag. Hier hebben we overigens geen last van dank zij de spikes in de banden. Zelfs ik ben niet bang meer om over een glad, spiegelend wegdek te rijden. Peter heeft zijn walkietalkie meegenomen van huis dus we blijven met elkaar in contact,dit levert eigenlijk alleen maar onzin geklets van Lidia en mij op. “Kijk nou rechts !! zooo mooooi!” „Kijk nou naar dat huis en dat witte hek!!!!” „Kijk rechts die begraafplaats je ziet alleen de bovenkant van de kruizen!”Onderweg wappert de buitentemperatuur van min 2 tot min 11. Het is dus redelijk frisjes waarbij nog even verteld moet worden, dat min 2 hier net zo koud is als min 20 bij ons! De wind blaast zo venijnig uit het noordoosten! En noordoosten wind aan de andere kant van de poolcirkel, bevat nog de kou van Noordpool… Je ruikt de ijsberen.Even de buitenlucht in en je handen zijn het komende uur kompleet gevoelloos. En ik?? Ik heb een fleecevest aan en mijn dikke jas dicht en zelfs een muts op…! Kortom ik ben (bijna) onherkenbaar!Bij een Co-op die we onderweg tegenkomen, kopen we droge broodjes en een ons ham voor de lunch, voor het luttele bedrag van 8 euro. In hal van de winkel scheuren we de broodjes open en beleggen ze. Het kruimelen doen we buiten… naast de auto .We komen bij camp Tamok aan, een soort tentenkamp in de middle of nowhere. Het is een plek waar de wind echt snijdend koud is en de sneeuw onbarmhartig ons gezicht sneeuwstraalt! De sneeuwjacht giert meedogenloos.
De mannen gaan gauw kijken of we ergens iets warms kunnen drinken …nou mooi niet!! Ze hebben helaas niets te eten of drinken hier. Ze hebben net vandaag ook problemen met de elektriciteit en het is hier al zooo koud!!! Dit moet wel een uitloper van Siberië zijn!!!!!Plassen dan????? Lidia en ik moeten hoognodig. De kou helpt ons er ook niet bij. We vinden een gebouwtje, dat half ingesneeuwd is. Uiteraard ook zonder stroom en dus ook zonder licht. Dit betekent om de beurt plassen, terwijl de een de deur openhoudt zodat de ander niet naast de bril terecht komt. Of het de gewoonste zaak van de wereld is, komen er ineens ook andere meisjes om te plassen nu er iemand is die de deur openhoudt. Er is zelfs zeep om onze handen te wassen…maar geen water om het er weer af te spoelen. Ik moet een meisje zelfs een papieren zakdoekje geven als ze hilarisch lachend constateert dat ze zeep op haar handen heeft en er geen water is. Voor ons komt mijn flesje desinfectans goed van pas!Lidia compleet verdwenen in haar jas, merkt stoïcijns op dat bevriezen geen slechte dood schijnt te zijn. Waarop Peter binnensmonds vraagt of ze daar dan onderzoek naar gedaan heeft GELUKKIG … Vandaag is er geen mogelijkheid meer voor sledetochten hier in dit Siberië. Wat jammer nu (maar niet heus) … dolgelukkig ploffen we weer neer in onze warme auto’s met stoelverwarming, die ik overigens al dagen lang standaard aan heb staan en waarvan Peter inmiddels ook de bediening onder de knie heeft.
Jawel ,ik ben echt Judith..degene die het altijd warm heeft.. die altijd zonder jas loopt en het liefst ook nog op blote voeten… Ik weet zelfs ineens hoe een jas dicht moet…en waarom ik een thermo-broek aan heb en poolsokken in mijn laarzen aan moetWe rijden terug naar Tromsø. Gelukkig mag er ik af en toe even uit om foto’s te maken,maar ik ben uit mezelf ook heel snel weer in de auto! De kou wil nog niet wennen. Eenmaal terug in het hotel gaan we ons voor de zoveelste keer omkleden: snowboots uit.. laarsjes aan.. fleecevest uit.. gewoon vest aan.. en natuurlijk muts af en haar weer kammenPeter is op deze situatie berekend, zoals overigens op alles en heeft zelfs zijn sloffen bij zich! Peter zijn PSU (persoonlijke standaard uitrusting) bestaat deze week behalve sloffen uit, voor zover wij weten: handenwarmers op benzine, zakmessen in meerdere uitvoeringen, een walkietalkie, een ge-updatete TomTom (er is hier maar één weg van stadje naar stadje) maar je kan hem maar bij je hebben! En niet te vergeten plastic zakjes met koffie en plastic zakjes met melkpoeder en natuurlijk ook nog „Snelle Jelles” en krentenbrood dat weken lang goed schijnt te blijven .Mochten we onverhoopt ergens stranden ….overleven doen we het dan vast Nadat we ons omgekleed hebben voor het avondeten, dat overigens super is in dit hotel, kleden we ons voor de verandering maar weer eens om in thermo-ondergoed, skibroeken, handschoenen, berenmuts en sjaal en gaan naar één van de beste plekken om het noorderlicht te zien. We rijden ongeveer 55 km over smalle weggetjes, vol met sneeuw en ijs …met bochten hobbels en …..
Er steekt iets over!!!! Wat is dat???? Langzaam loopt een rendier de weg over en wordt gevolgd door nog drie familieleden. Als Lidia eindelijk met haar fototoestel in de aanslag is uitgestapt, zijn de dieren al in het donker verdwenen en kan zij weer terug naar de auto glibberen.Een hele tijd later komen we bij één van de beste plekken van Noorwegen om het noorderlicht te zien en samen met een volle touringcar met vooral japanse toeristen kijken we wanhopig naar de bewolkte lucht boven ons. Het is zo vreselijk koud, hier lijkt het wel Nova Zembla en we moeten uitkijken dat onze neuzen en vingers niet bevriezen ….we bibberen. Veel toeristen uit de bus zetten stoer hun statief neer en kijken serieus naar de lucht …en zien ‘net als wij’ niets al doen ze daar wat langer over dan wij. De aardige gids van het gezelschap belt en informeert bij zijn collega’s …er is kilometers in de omtrek geen glimp te bekennen van het noorderlicht. We raken met de gids aan de praat en hij biedt ons een bekertje warme chocomelk aan. Een half uur later verlaten we bevroren en teleurgesteld “één van de beste plekken van Noorwegen om het noorderlicht te zien” en we zijn blij dat we besloten hebben terug te gaan. De snijdende poolwind blaast de sneeuw over de weg en maakt deze bijna onzichtbaar…
net als het noorderlicht wat we niet gezien hebben .